HARRY FAUST VEROVERT HET NEDERLANDSE PUBLIEK


Het zal je maar gebeuren, dat de duivel zelf je tot inzet maakt van een Hemelse Weddenschap. Het overkomt Harry Faust, de hoofdpersoon uit de gelijknamige rockopera van Egon Kracht en The Troupe. Na het succes van Joe’s Garage zijn ze terug in de theaters met een ijzersterke muzikale satire op Idols, de politiek en tuinkabouters. Frans van Deursen: “Misschien is het heel ouderwets, maar ik vind dat je iets moet kunnen als je op een podium gaat staan.”

Het begon allemaal vier jaar geleden. Bassist Egon Kracht, bekend als voorman van The Troupe en als begeleider van Maarten van Roozendaal, wilde Frank Zappa’s rockopera Joe’s Garage spelen op het Juttersfestival in Wijk aan Zee. Voor dit eenmalige project zocht hij een band van ervaren musici bij elkaar, die de razend ingewikkelde muziek van Zappa aankonden. Met sommigen van hen speelde hij al jaren, anderen kende hij van hun werk of werden hem aangeraden door collega’s. Zanger/acteur Frans van Deursen: “Toen ik van het plan hoorde, heb ik meteen een mail gestuurd dat ik mee wilde doen, desnoods op triangel. Ik kende Egon niet, maar Joe’s Garage ken ik al vanaf mijn zeventiende.” Hij lacht even: “Bovendien leek het me wel stoer, zes weken keihard repeteren voor één avond in Wijk aan Zee.”
De opvoering werd een succes, vooral doordat de bij elkaar gezochte ploeg zowel muzikaal als op persoonlijk vlak ontzettend goed combineerde. Egon Kracht: “Automatisch kwam toen de vraag waarom we het bij één keer zouden laten.” Agenda’s werden naast elkaar gelegd, data werden vrijgemaakt en Joe’s Garage maakte een theatertournee, die in 2006 eindigde op de Zappanale, het grote jaarlijkse Zappafestival in Rostock (Duitsland). Egon Kracht: “En toen kwam de volgende vraag: wat hierna?”

Vijftien minuten beroemdheid
In eerste instantie dook Kracht voor de opvolger van Joe’s Garage opnieuw in het oeuvre van Zappa: “Nadat ik een aantal cd’s beluisterd had, leek het me toch niet zo’n goed idee om daarmee door te gaan. Ik kon niet echt iets geschikts vinden en voor je het weet, ben je een soort Zappa-tribute band.”
Op dat moment kreeg Frans van Deursen een ingeving. Al sinds hij ruim twintig jaar geleden bij theatergroep De Appel een opvoering van Goethe’s Faust had gezien, droomde hij van een muziektheaterproject op basis van dit achttiende-eeuwse verhaal: “Je zou daar een geweldig spektakel van kunnen maken. Maar dat krijg je in Nederland niet voor elkaar, dat is veel te duur. Joe’s Garage leerde me dat je ook een meeslepend muzikaal verhaal kunt vertellen zonder showballet en bewegende decorstukken.”

Het idee om samen een compleet nieuw stuk te maken, sprak alle Troupe-leden aan. Van Deursen wist ook al meteen wat hij met het verhaal wilde: “Het moest gaan over dat rare voyeuristische mediatijdperk waarin we nu leven, waarin alles draait om het scoren van vijftien minuten beroemdheid. Je hoeft tegenwoordig niet meer te kunnen zingen om een plaat te maken of bestuurlijke vaardigheid te hebben om in de politiek te gaan. Talent lijkt overbodig voor wie succesvol wil worden. Daar wilde ik iets mee doen. En met de ‘onderbuikmensen’, om het zo maar te zeggen, die sinds Pim Fortuyn zo ontzettend populair zijn. Ik heb het originele verhaal van Goethe genomen en dat vervolgens 180 graden de andere kant op gegooid en geïnjecteerd met een flinke dosis humor.”

Niksigheid en ellende
In Harry Faust ontmoeten we een verveelde God, die als directeur van een hemelse multinational uitgekeken is op zijn werk. Bij wijze van verzetje gaat hij een weddenschap aan met de duivel: als het hem lukt om van een onbeduidende sukkelaar een wereldster te maken, mag hij het goddelijke bedrijf overnemen. En zo kan het gebeuren dat de volstrekt talentloze Harry Faust, die nog bij zijn moeder woont en zijn dagen slijt met het schilderen van tuinkabouters, dankzij een duivels plan plotseling winnaar wordt van een nationale talentenjacht en een bliksemcarrière maakt in de politiek. Van Deursen: “Ik hou niet van opgeheven vingertjes op het podium, maar het is wel fijn dat we op deze manier wat kanttekeningen kunnen zetten bij het huidige klimaat.”
En dat is nog mild uitgedrukt, want de mening van Kracht en Van Deursen over programma’s als Idols en X-factor is ondubbelzinnig: “Gruwelijk! Het levert een eenheidsworst op van niksigheid en ellende.” Van Deursen: “Misschien is het heel ouderwets, maar ik vind dat je iets moet kunnen als je op een podium gaat staan. Als je talent denkt te hebben, cultiveer het dan, bouw ervaring op en kom dan nog eens terug.”
Hij spreekt uit ervaring. In de afgelopen jaren stond hij in grote musicals met medespelers die daar soms meer om marketingredenen leken te staan dan om hun artistieke kwaliteiten: “Ik ben daar echt een beetje op afgeknapt. Er wordt steeds meer geproduceerd op basis van marketing en steeds minder op basis van talent en goeie producten. Het erge is dat er daardoor nauwelijks meer ruimte op de podia is voor mensen die écht wat in hun mars hebben.”

Andere ogen
Ondanks de kritische ondertoon is Harry Faust zeker geen cynische rockopera geworden zoals The Wall van Pink Floyd of Tommy van The Who. Daarvoor heeft het bij vlagen hilarische Joe’s Garage te veel een stempel gedrukt op het gezelschap. Het is kritiek met een knipoog, verpakt in een breed scala aan virtuoos gespeelde songs, variërend van onvervalste country and western tot meeslepende rock. De liedteksten zijn allemaal in het Engels, de tussenteksten in het Nederlands. Van Deursen: “Dat is nog een overblijfsel van Joe’s Garage. Ik zou het heel gek vinden als deze band nu opeens in het Nederlands gaat zingen. Bovendien zou het dan al snel gaan klinken als een fout soort cabaret. Die rare combinatie van Nederlands en Engels blijkt in de praktijk prima te werken, ook bij het publiek.”
Een ander overblijfsel van Zappa is het plezier waarmee de achtkoppige Troupe op het podium staat. Kracht: “We hoorden van het publiek vaak dat ze ons enthousiasme heel aanstekelijk vonden en daardoor een fantastische avond hadden, zelfs als ze niet zo van de muziek van Zappa hielden.”
Dat de theaterzalen minder makkelijk vollopen voor Harry Faust dan voor een musical met een Idols-winnaar in de hoofdrol, weten beide mannen maar al te goed. Toch zouden ook de meest verstokte Idols- en X-factor-kijkers veel plezier beleven aan een avondje Harry Faust, menen ze. Van Deursen: “Het is kneitergoeie muziek en je kan er nog om lachen ook. Wat wil je nog meer? Daar kom ik mijn bed wel voor uit.” Egon Kracht: “Ja, en ga daarna nog maar eens een keertje X-factor kijken. Dan kijk je automatisch met andere ogen.” Beiden schieten in de lach. “Precies!” grijnst Van Deursen.

© Remco van Rijn


omhoog

Share


Frans van Deursen als Harry Faust

opdrachtgever
Impresariaat Angelique Finkers

datum
26 februari 2007

links
> www.finkers.nl
> www.harryfaust.nl



Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem



Creative Commons License
Op alle teksten op deze site is een Creative Commons Licentie van toepassing.