THEO DORELEIJERS: “VOLG ALLE TWAALFMINNERS DIE MET DE POLITIE IN AANRAKING KOMEN”
 
 
Met zijn onderzoek naar biologische oorzaken voor crimineel gedrag bij kinderen trad hoogleraar Theo Doreleijers in de voetsporen van Wouter Buikhuisen. De weerstand van toen is inmiddels veel kleiner. Maar wanneer het gaat om jongeren met een Marokkaanse afkomst zijn er nog steeds taboes. “Je kunt wetenschappelijk onderzoek niet verbieden uit vrees voor de uitkomsten.”

Vijftien jaar geleden werd Theo Doreleijers hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan de VU Amsterdam. Hij wilde graag het onderzoek van Buikhuisen nieuw leven inblazen. “Ik had in mijn praktijk honderden jongeren gezien die met justitie in aanraking waren gekomen, en hun gezinnen en leefomstandigheden leren kennen. Net als Buikhuisen, eind jaren zeventig, vond ik dat psychosociale risicofactoren niet alles verklaarden – in tegenstelling tot wat velen nog steeds dachten. Ik zag geen koude moeders en afwezige vaders, maar betrokken ouders.”

Hij richtte zich op jongeren die met HALT in contact kwamen. Bij hen wilde hij factoren als cortisolhuishouding, hartslag en huidgeleiding meten. Het kostte, ook 25 jaar na Buikhuisen, flinke moeite dat voor elkaar te krijgen. “Men was bang voor de uitkomsten, waarmee gruwelijk beleid gevoerd zou kunnen worden. Maar dat is geen basis om wetenschappelijk onderzoek te verbieden. Job Cohen, die toen net burgemeester van Amsterdam was en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor HALT, vond dat ook en gaf mij en mijn promovendus Arne Popma toestemming.”

De negatieve reactie die Doreleijers aanvankelijk op zijn onderzoek kreeg, is tegenwoordig omgeslagen in een brede, maatschappelijke fascinatie. Hoe verklaart hij dat? “We zijn geholpen door de ontwikkeling van de geneeskunde en de medische biologie. De genetica heeft een gigantische sprong gemaakt. Goede, empirische onderzoeken hebben ons laten inzien dat heel veel neurobiologisch is bepaald waarbij we nu weten dat de omgevingsinvloeden op de genetische bepaaldheid alles domineert. Daarvoor hoeven we niet bang te zijn. Het opent juist mogelijkheden.”

Ontzettend gevoelig
In de afgelopen jaren heeft Doreleijers veel kennis opgebouwd omtrent de risicofactoren van crimineel gedrag bij jongeren. Naar eigen zeggen voldoende om te voorspellen welke jongeren groot risico lopen op termijn met justitie in aanraking te komen. Wordt met die kennis voldoende gedaan? “Nee, zelfs niet bij kinderen onder de twaalf die al met de politie in aanraking komen. Ons onderzoek laat zien dat een derde van deze groep recidivegedrag ontwikkelde, maar ook andere predictieve psychiatrische symptomen zoals hyperkinesie, autistisch gedrag, depressief gedrag, verslavingsgedrag. Ik zeg niet dat alle twaalfminners die met de politie in aanraking komen naar de psychiater moeten, maar je moet ze wel monitoren. Zo kun je veel aan preventie doen.”

Een specifieke groep jongeren die veelvuldig met justitie in aanraking komt is van allochtone afkomst. Doreleijers heeft veel onderzoek verricht onder Marokkaanse jongeren. De hamvraag is dus: hebben zij een ander werkend brein of zijn de sociale omstandigheden onvergelijkbaar? Doreleijers lacht. “Dat gaan we onderzoeken, maar dat ligt nog steeds ontzettend gevoelig. Ik bereid momenteel een onderzoek voor in Marokko, om het verschil te onderzoeken tussen Marokkaanse kinderen die hier en die daar opgroeien. Ik denk dat we pas over vijf jaar ruimte krijgen om bij deze jongeren ook neurobiologisch, FMRI- en gen-omgevingsonderzoek te doen.”

Scherp formuleren
De gedachte dat criminaliteit op één gen zit, heeft Doreleijers nooit gehad. Zijn team denkt steeds meer in endofenotypes (de motor onder het uiterlijke gedrag, zoals impulsiviteit, stressbestendigheid of stemmingswisselingen) en epigenetica (combinaties van genen, die verantwoordelijk zijn voor bepaalde structuren en circuits in de hersenen). “Daartussen blijkt een heel sterk verband, dat is buitengewoon interessant.”

Net als hersenonderzoeker Dick Swaab zal Doreleijers graag de discussie over dit onderwerp blijven voeden. “Daarin vinden wij elkaar. Soms moet je zaken wat scherper formuleren, omdat je anders niet door vooropgezette ideeën heen komt. Sommige ouderwetse rechters geloven bijvoorbeeld nog steeds dat mensen uit pure vrije wil de criminaliteit kiezen. Dat is echt ongelooflijk, daar wil ik graag doorheen breken.”

© Remco van Rijn, juli 2011


omhoog

Share


Theo Doreleijers

Theo Doreleijers

opdrachtgever
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie (NIFP) t.b.v. Jaarbericht 2010-2011

datum
juli 2011

links
> www.nifpnet.nl



Meer lezen?
> Overzicht van artikelen
> Boeken en publicaties
> De Supersonische Boem



Creative Commons License
Op alle teksten op deze site is een Creative Commons Licentie van toepassing.